Requiem in Koningshoeven6 November 2022
Requiem in Koningshoeven

6 November 2022

o.a. Requiem van Daniël de Lange en een nieuwe compositie van Aart Strootman m.m.v. altvioliste Dana Zemtsov.

Kate MooreHedera (2021)
Igor Stravinsky Elegie voor altviool solo (1945)
Oscar van Hemel Shakespeare Sonnets (1961)
Aart StrootmanNebulous Sorrow (a delirium based on 3 Shakespeare sonnets) voor koor en altviool (2022)
Daniël de LangeRequiem (1868)

Kamerkoor Ad Parnassum realiseert elk jaar op de eerste zondag van november een groots project in de Abdij Koningshoeven. Het programma omvat altijd een Requiem compositie (Allerzielen), gecombineerd met passende werken. Nieuwe muziek wordt altijd afgewisseld  met bekender repertoire.

In 2022 was alles anders dan de voorgaande jaren. Het gezongen repertoire is uitsluitend van de hand van Nederlandse componisten en wordt voor het belangrijkste deel a cappella uitgevoerd: zowel het grote Requiem van Daniël de Lange als de sonnetten van Van Hemel klinken zonder instrumentale begeleiding. In het andere deel van het programma voegt altviolist Dana Zemtsov bij het koor voor de première van de Nebulous Sorrow (a delirium based on 3 Shakespeare sonnets) voor kamerkoor en altviool van de hand van Aart Strootman. Strootman  etaleerde zijn affiniteit met de altviool in zijn compositie Anachronism #4 voor 4 altviolen, waarmee hij in 2018 de 4Viola Composition Contest won. En ook voor kamerkoor componeerde Strootman opmerkelijk werk. Op verzoek van festival Wonderfeel heeft hij in 2019 het koorwerk Once Upon A Two Times Three (SATB) gecomponeerd dat in diverse landen in Europa is uitgevoerd. Juist om zijn oorspronkelijkheid heeft Ad Parnassum Strootman uitgenodigd om een nieuw werk voor Requiem in Koningshoeven 2022 te componeren. 

HET PROGRAMMA

Nebulous Sorrow ( a delirium based on 3 Shakespeare sonnets ) voor gemengd koor en altviool (2022) zal deel uitmaken van een programma met overwegend Nederlandse muziek, dat voor een belangrijk deel gecomponeerd is op tekst van William Shakespeare. Net als Aart Strootman hebben Jurriaan Andriessen en Oscar van Hemel zich door Shakespeares prachtige sonnetten laten inspireren. Het is fascinerend om de poëtische diversiteit in karakter en sfeer tegenover elkaar te plaatsen.

De apotheose van dit programma wordt gevormd door het Requiem uit 1868 voor gemengd koor a cappella van Daniël de Lange, een compositie die ten onrechte nauwelijks wordt uitgevoerd. Dit Requiem grijpt met zijn polyfone en dubbelkorige opzet enerzijds terug op koortradities uit de 16e en 17e eeuw. Anderzijds legt het vanuit de 19e-eeuwse samenklanken een basis voor de nieuwe koormuziek in de 20e en 21e eeuw. Twee meesterwerken voor altviool, resp. van Paul Hindemith en Igor Stravinsky, completeren het programma. Het opdrachtwerk van Aart Strootman vormt de scharnier in de opbouw van het programma: de nieuwste muziek op tijdloze teksten.

DE NIEUWE COMPOSITIE

Aart Strootman koos op voorstel van dirigent Anthony Zielhorst drie sonnetten van William Shakespeare die zowel Sterven als Gedenken tot onderwerp hebben. Strootman heeft voor het werk een duidelijke opzet voor ogen, die hij als volgt beschrijft: De compositie opent met een inleiding waarin we heel subtiel de klank van de solo altviool laten versmelten met het koor. In een relatief vrije vorm verglijdt de non-vibrato toon van de unisono dubbelgreep op de altviool waarbij de klank van het koor en het solo-instrument in de akoestiek van de ruimte een uniform, moeilijk definieerbaar, warm (lamento) geluid voorbrengt. Dit geluid wordt een pedaaltoon in de opening van het eerste gedicht, maar lost op nadat alle stemmen zich hervonden hebben en a capella eindigen. In de uitklank van het slotakkoord nemen we een gruizige klank uit de altviool waar, hieruit ontstaat een indringend, langzaam, tussenspel van de altviool. In het tweede gedicht vindt meer dialoog plaats tussen het koor en de altviool. Ik stel me een virtuoze altvioolpartij voor die de kleinere groepen uit het koor omspeelt. Hiermee wordt de altviool de constante factor die de groepen aaneenrijgt maar ook een contrasterende kleur t.o.v. de harmonieën uit het koor. Deze virtuoze lijn speelt door als het koor het tweede gedicht eindigt, maar verandert van karakter. De frivoliteit maakt plaats voor meer hoekigheid in ritmiek en harmonie. Er ontstaat een ritmisch ostinato dat een begeleidende functie heeft in het tutti, laatste gedicht.

Moore – Hedera Op verzoek van Anthony Zielhorst heeft Kate Moore voor Kamerkoor Ad Parnassum in 2021 een nieuw a cappella-werk voor achtstemmig kamerkoor gecomponeerd. Kate Moore heeft haar persoonlijke visie op het leven, het menselijk bestaan, haar zorgen m.b.t. de milieuproblematiek, de armoede in de wereld en haar ontzag voor de natuur voor een belangrijk deel in haar nieuwste muziek verwerkt. Tijdens hun persoonlijk contact hebben componist en dirigent hierover uitvoerig van gedachten gewisseld. De laatste jaren blijken cruciaal voor Moores persoonlijke ontwikkeling: Sacred Environment (2017) markeert een keerpunt in haar componeren. Na een lang verblijf in Umbrië heeft zij de natuurwetenschappelijke benadering van het leven, die zij met haar opvoeding en opleiding heeft meegekregen, verruild voor een meer spirituele invalshoek. Enkele mystieke ervaringen hebben haar verhouding met het leven en de natuur drastisch veranderd. Voor een deel klinkt deze verandering door in de Requiemcompositie Vivid Lux Aeterna uit 2018. Omdat haar ontwikkeling daarna niet stil is blijven staan, heeft Zielhorst het verzoek gedaan een nieuwe compositie voor gemengd koor a cappella te schrijven vanuit haar actuele kijk op het leven.