Oh Song21 April 2022
Oh Song

21 April: 19.00

Museum De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg – Vrije toegang

In het programma Oh Song presenteerde Ad Parnassum een rijke verzameling van liedgenres in allerlei talen, met twee wereldpremières van Rob Goorhuis en Kate Moore.

TOELICHTING OH SONG

In het programma Oh Song presenteerde Ad Parnassum een rijke verzameling van liedgenres in allerlei talen. Het gaat hierbij om relatief oude muziek – de Chansons van Sweelinck -, om teksten uit de tijd het begin van onze jaartelling –de antieke Precationes -, maar het gaat ook om nieuwe muziek die Ad Parnassum graag uitvoert. De madrigalen van Vic Nees behoren tot ons “koor-DNA”, de Miniaturen van Rob Goorhuis brengen we op zijn verzoek in première en Hedera van Kate Moore is speciaal voor ons gecomponeerd. Een veelvoud van muzikale stijlen in een even divers palet van liedvormen in vier talen.

Sweelinck – Trois Chansons
Jan Pieterszoon Sweelinck (1561-1921) publiceerde zijn bundel Chansons  in 1594. Hij gebruikte teksten van diverse Franse dichters. Van Guillaume Guéroult weten we dat hij vooral bundels met fabels en emblemen op zijn naam heeft staan. Hij is het bekendst om Suzanne un jour, waarvan musicologen meer dan dertig bewerkingen hebben gevonden. Voor dit concertprogramma hebben we gekozen voor een energiek en puntig chanson van een anonieme dichter over de geliefde die als meidoornstekels het hart van de verliefde doorboort naast een somberder getint liefdeslied van iemand wiens liefde niet erkend wordt. Beide chansons omarmen de vertwijfeling van Suzanne die liever sterft dan zich over te geven aan geile grijsaards. Zestiende-eeuwse chansonskunst van de bovenste plank!

Nees – Two Madrigals
De Seven Madrigals (1979) van Vic Nees (1936 – 2013) zijn zeven gedichten van Guido Gezelle, in het Engels vertaald door Christine D’Haen (1923 – 2009), Vlaams dichter en Gezelle-kenner bij uitstek. De zeven gedichten brengen alle kanten van Gezelle mooi over het voetlicht: zijn religiositeit, zijn liefde voor de natuur, zijn zoeken naar troost, die hij vindt in een lied…

Vic Nees is Ad Parnassum zeer dierbaar: zijn composities kenmerken zich door grote klankrijkdom vanuit een doorleefde tekstbehandeling, verassende klanken met contrasterende emoties, vloeiende ritmiek met ruimte voor vocalises. Veel composities van Vic Nees zijn de afgelopen jaren door het koor uitgevoerd. Het grootste deel van Seven Madrigals is door Ad Parnassum uitgevoerd en op de Gezelle-CD Als de ziele luistert (1994) opgenomen. Twee van de dierbaarste madrigalen staan vandaag op het programma

Goorhuis – Five Minitures
Rob Goorhuis (1948) geniet in Nederland vooral bekendheid om zijn enorm oeuvre voor de blaasmuziek. Tot de verbeelding spreken de composities die hij schreef voor nationale herdenkingen die bij die gelegenheid door professionele blaasorkesten werden uitgevoerd. Bij een persoonlijke ontmoeting liet Goorhuis dirigent Anthony Zielhorst de partituur zien van de vijf miniaturen op gedichten van Walt Whitman, één van zijn favoriete dichters. “Is dit iets voor jou?” De miniaturen werden in studie genomen en bleken een schot in de roos: zeer goed zingbaar, mooi van vorm, beeldend, sprankelend, maar ook ontroerend. Vandaag brengt kamerkoor Ad Parnassum de Five Miniatures met veel plezier in première.

Moore – Hedera
Op verzoek van Anthony Zielhorst heeft Kate Moore, een Nederlands componist met Australisch-Britse wortels, voor Kamerkoor Ad Parnassum in 2021 een nieuw a cappella-werk voor achtstemmig kamerkoor gecomponeerd. Kate Moore heeft haar persoonlijke visie op het leven, het menselijk bestaan, haar zorgen m.b.t. de milieuproblematiek, de armoede in de wereld en haar ontzag voor de natuur voor een belangrijk deel in haar nieuwste muziek verwerkt. De laatste jaren blijken cruciaal voor Moores persoonlijke ontwikkeling: Sacred Environment (2017) markeert een keerpunt in haar componeren. Na een lang verblijf in Umbrië heeft zij de natuurwetenschappelijke benadering van het leven, die zij met haar opvoeding en opleiding heeft meegekregen, verruild voor een meer spirituele invalshoek. Enkele mystieke ervaringen hebben haar verhouding met het leven en de natuur drastisch veranderd. Voor een deel klinkt deze verandering door in de Requiemcompositie Vivid Lux Aeterna uit 2018. Omdat haar ontwikkeling daarna niet stil is blijven staan heeft Zielhorst het verzoek gedaan een nieuwe compositie voor gemengd koor a cappella te schrijven vanuit haar actuele kijk op het leven.

Moore heeft de uitnodiging met enthousiasme aanvaard en haar stuk de titel HEDEREA (IFTE) gegeven: Het beeld is dat van een schraal en gebarsten land, droge vlakten in een woestijn, okerachtig bruin, rood en geel van kleur, verlaten en wijds, verbrokkeld in zeskantige stukken, zich uitstrekkend naar de horizon. Een plek van volmaakte verwoesting waar geen levend wezen zich laat zien. Een plek van onheil, geluidloos, pijnlijk ontroerend op het punt van kantelen, op het moment van stilte in tussentijd, na het verdwijnen van het leven, slapend in het stof. Niets beweegt. Naargeestig en grimmig, voelbaar de ondergrondse krachten die zich roeren, terug gaan veren. Een land komt weer tot leven, bloeit in kleur terwijl vernieuwing door het landschap vliegt, waterdruppels voor zich uit jaagt die de aarde bevlekken met de kleur van thee en een groene stengel vertakt zich als aderen over de dorre bodem, grijpt de aarde met de kleinste twijgen, schiet wortel in een web dat bladeren van donker smaragd ontvouwt, aromatisch groen vermengt zich met de geur van stromende regen. Ifte* breekt door het stof, takken breken en scheuren de grond. Het land herontwaakt, toont de helende kracht van de natuur, waar de dood is opgenomen in een cyclus van versterven en verrijzen. Een koor van stemmen klimt over de leegte, prikt door de stilte heen, gretig verlangend naar vitaliteit, de kracht vertegenwoordigend van de natuur die haar terrein terug eist, haar vruchtbare grond die zijn weg naar de levenden weer vindt. (vertaling Joni Zwart)
* Ifte is een oude benaming voor ‘klimop’ of ‘Hedera helix’

De teksten die Kate Moore voor HEDERA koos zijn antieke gebeden uit de tijd vóór onze jaartelling. Zij vereren Moeder Aarde als de bron van leven, energie en voedsel. Het leven komt niet alleen uit haar voort, maar keert in dode toestand ook weer tot haar terug. De sterveling vertrouwt op haar kracht om te helpen en te helen. Wetenschappers nemen aan dat de teksten kort voor onze jaartelling in Rome zijn ontstaan.
Het eerste deel Precatio omnia herbarum opent met gebedsoproep door de sopranen. De andere stemmen volgen: eerst tweestemmig, maar al snel vierstemmig. Nu ontvouwt zich geleidelijk een lijnen, dat heen en weer golft van dissonant naar consonant, soms canonisch, soms in tegenbeweging. Het tweede deel Precatio Terrae heeft een monumentaler allure. De hoge alten zingen Moeder Aarde toe (Dea Sancta Tellus) met een melodie die het karakter heeft van een gregoriaanse antifoon. Dit tweede deel wordt gekenmerkt door het canon-principe. Enkele stemmen zingen in canon, terwijl de andere stemmen grootse akkoorden opbouwen. Halverwege wordt de compositie hernomen, maar dan met andere stemverdeling en met nadrukkelijker klankopbouw. Dit alles eindigt grandioos met de tekst: Denique nunc, diva, hoc mihi maiestas praestet tua, quod te supplex rogo. (O Godin, laat uw majesteit zich nu verwaardigen mij te verlenen, wat ik u in gebed vraag.)

Anthony Zielhorst
maart 2021